Europees liedjesfeest en televisieshow

Het Eurovisie Songfestival is een van de langstlopende televisieprogramma's ter wereld. De eerste uitzending van het allereerste Eurovisie Songfestival was op 24 mei 1956. Het is na al die jaren een van de meest typische Europese tradities en favoriete Europese televisieshow. In 2005 vierde het Eurovisie Songfestival haar 50-jarig bestaan.

Het Eurovisie Songfestival

In zes decennia met zo'n 1400 nummers is de liedjeswedstrijd uitgegroeid tot een moderne klassieker, sterk ingebed in de Europese collectieve geest. Europa is in al die jaren een divers lied-aanbod voorgeschoteld en de Europese kijkers werden verrast met menige bijzonderheid. In 2014 zijn er in totaal al 1400 Eurovisie songs vertolkt. Het duizendste nummer was het lied van de Ier Brian Kennedy in 2006. De Troubadour uitgevoerd door Lenny Kuhr was het 200ste nummer. Ze zong het in 1969.

De wedstrijd

Elk jaar zitten naar schatting zo'n 180 miljoen mensen voor de buis te kijken naar het Eurovisie Songfestival. In meer dan veertig landen staat de televisie op het liedjesfeest afgesteld. Meestal wint er een nummer dat in het Engels is uitgevoerd. Drie keer won een Nederlands nummer dat in het Nederlands werd gezongen. Corry Brokken won in 1957 met het lied Net als Toen. Teddy Scholten won in 1957 met ’N Beetje. Lenny Kuhr won in 1969 met Troubadour. Teach-In won in 1975 met het Lied Ding-a-Dong, maar dat brachten ze in het Engels.

Legendes

ABBA is de meest succesvolle Eurovisie Songfestival winnaar. De Zweedse popband won de wedstrijd in 1974 en genoot daarna een fenomenaal succes. Het meest gecoverde Eurovisie Songfestival lied is Domenico Mudugno's Nel Blu Di Pinto Di Blu, ook wel bekend als Volare.

De steden waar het Eurovisie Songfestival werd georganiseerd zijn:

1. Lugano 1956
2. Frankfurt am Main 1957
3. Hilversum 1958
4. Cannes 1959
5. Londen 1960
6. Cannes 1961
7. Luxemburg 1962
8. Londen 1963
9. Kopenhagen 1964
10. Napels 1965
11. Luxemburg 1966
12. Bron: Andres Putting
    Wenen 1967
13. Londen 1968
14. Madrid 1969
15. Amsterdam 1970
16. Dublin 1971
17. Edinburgh 1972
18. Luxemburg 1973
19. Brighton 1974
20. Stockholm 1975
21. Den Haag 1976
22. Londen 1977
23. Bron: Andres Putting
    Parijs 1978
24. Jeruzalem 1979
25. Den Haag 1980
26. Dublin 1981
27. Harrogate 1982
28. Munich 1983
29. Luxemburg 1984
30. Gothenburg 1985
31. Bergen 1986
32. Brussel 1987
33. Dublin 1988
34. Bron: Andres Putting
    Lausanne 1989
35. Zagreb 1990
36. Rome 1991
37. Malmö 1992
38. Millstreet 1993
39. Dublin 1994
40. Dublin 1995
41. Oslo 1996
42. Dublin 1997
43. Birmingham 1998
44. Jeruzalem 1999
45. Bron: Andres Putting
    Stockholm 2000
46. Kopenhagen 2001
47. Tallinn 2002
48. Riga 2003
49. Istanbul 2004
50. Kiev 2005
51. Athene 2006
52. Helsinki 2007
53. Belgrado 2008
54. Moskou 2009
55. Oslo 2010
56. Düsseldorf 2011
57. Baku 2012
58. Malmö 2013
59. Kopenhagen 2014
60. Wenen 2015
61. Stockholm 2016
62. Kiev 2017
63. Lissabon 2018
64. Tel Aviv 2019
65. Rotterdam 2020 - afgelast wegens corona
66. Rotterdam 2021